Steve Earle heeft het zichzelf -en anderen- nooit makkelijk gemaakt.
Gedreven en tegendraads, dat is hij altijd gebleven. Dat blijkt ook
weer uit zijn nieuwe album. Zijn soms fors aangezette gitaarcountryrock
heeft op Ghosts of West Virginia plaats gemaakt voor in eerste aanleg
meer akoestische muziek. Muziek, overigens, bij een toneelstuk over een
van de ernstigste mijnrampen in de VS, in 2010, toen 29 mijnwerkers om
het leven kwamen in de Big Branch Coal Mine in West Virginia. Het leed,
de verslagenheid, de wanhoop: Earle verwoordt het allemaal. Politiek is
Earle altijd zeer uitgesproken. Toch lijkt hij milder geworden. Earle:
“One of the dangers that we’re in, is if people like me keep thinking
that everybody who voted for Trump is a racist or an asshole; then we’re
fucked, because it’s simply not true. I wanted to do something where
that dialogue could begin”. Dat is een beetje on-Earle-achtige, maar wel
klare taal. De muziek ademt alles wat Earle muzikaal was en is.
Country, rock, lekker knauwende zang en Dylan-like composities met veel
tekst. Het album begint met een a capella gezongen worksong. Verder veel
akoestische gitaren, viool, pedal steel, dobro, banjo, drums &
percussie en bas (staand en elektrisch). Overigens zijn er ook stevige
gitaarsolo’s te horen (Devil Put the Coal in the Ground) Steve Earle was
nooit echt een lachebekje. Zal dat waarschijnlijk ook niet gauw worden.
Maar hij is wel nog steeds een gedreven muzikant, muzikaal gezien én
maatschappelijk. Waarom hij het album maakte? “I thought that, given the
way things are now, it was maybe my responsibility to make a record
that spoke to and for people who didn’t vote the way that I did,” En dat
levert weer een echt Steve Earle-album op en dat is mooier dan welke
gladde smile dan ook…
Recensent mania
|
: Fons Delemarre |