Je kunt van The Slow Show vinden wat je wilt, maar dat
de band rake melodieën weet te produceren staat buiten kijf. Ze maakten
het zichzelf aanvankelijk verre van gemakkelijk door met hun bandnaam
te verwijzen naar een nummer van The National en daar openlijk voor uit
te komen. Dat schept oneerlijke verwachtingen waardoor de elitepers de
eerste twee albums White Water en Dream Darling tot de grond toe
afbrandde en ze bijvoorbeeld ‘pathospop voor tieners’ noemde.
Natuurlijk, de muziek van The Slow Show verwijst naar die van The
National: donker, melodieus en vooral de donkere, vaak kreunende stem
van zanger Rob Goodwin roept vergelijkingen op met National-zanger Matt
Berninger. Alleen kiest The Slow Show voor een breder publiek, met
toegankelijker melodielijnen. En daarin zet de band op het derde album
Lust And Learn duidelijk weer een aantal stappen vooruit. Niet dat de
Britten een andere weg in zijn geslagen, de bekende The Slow Show-sound
zit er nog altijd in. De diepgang zit ‘m in de nauwkeuriger uitgewerkte
melodieën en de liefdevolle productie. En ja, de melancholie spat er
weer vanaf. Het licht gaat af en toe uit, maar er gloort altijd weer
licht aan het einde van de tunnel. Hoop en hoopvolle vooruitzichten.
Hoogtepunten? Het koor in het weemoedige Low stuwt de tranen omhoog en
van de instrumentale opener Amend zouden neoklassiek pianisten Dustin
O’Halloran of Nils Frahm zich geen seconde schamen. Dus genoeg over de
vergelijkingen met The National. The Slow Show is The Slow Show en hun
derde plaat is schitterend.
Recensent mania
|
: Hans van der Maas |