Voor het opnemen van het negende studioalbum van Son Volt koos
voorman Jay Farrar twee symbolische locaties uit: het Mother Jones
Museum in Mount Olive en het Woody Guthrie Center in Tulsa. De geest van
de legendarische vakbondleidster (1837-1930) en die van de invloedrijke
protestzanger (1912-1967) waren dan ook nadrukkelijk rond op deze
nieuwe plaat. Zoals zoveel Amerikanen maakt Farrar zich grote zorgen
over de enorme politieke en sociale verdeeldheid in zijn vaderland. Hoe
kunnen die verschillen in de samenleving overbrugd worden? Dat is de
vraag die hij zich stelt op Union. Een plaat met protestsongs, maar
liedjes waarin Farrar's geloof in de Amerikaanse tradities wordt
beleden. “National service will keep the Union together”, zingt hij in
het titelnummer. Een uitspraak van zijn vader. Andere teksten gaat over
inkomensongelijkheid (het felle The 99), Reality Winner (de
NSA-klokkenluider die gevangen zit voor het lekken van bewijs van
Russische inmenging in de Amerikaanse verkiezingen) en immigranten (de
fraaie afsluiter The Symbol). Union gáát ergens over en wellicht dat Son
Volt daarom klinkt als herboren. Muzikaal biedt Union minder nieuwe
inzichten, maar de dertien liedjes zijn stuk voor stuk van hoog niveau.
Prachtalbum.
Recensent mania
|
: Marco van Ravenhorst |