In opmaat naar de release van zijn achtste album The Ascension,
bracht Sufjan Stevens de 12-minuten durende single America uit. Het
minutieus opgebouwde nummer haalt herinneringen op aan zijn album
Illinois (2006), een onbetwist meesterwerk. Met een speelduur van bijna
anderhalf uur trekt de singer-songwriter er weer volop tijd uit om zijn
liedjes op minutieuze wijze uit te bouwen. Hij slaat daarmee een mooie
brug tussen het ingetogen karakter van zijn voorganger Carrie &
Lowell (2015), het pompeuze met elektronische invloeden van The Age of
Adz (2010) en de orkestrale indiefolk van Illinois. Elementen die ook in
zijn zijprojecten als Planetarium (2018) en Aporia (2020) aanwezig
waren, maar nu allemaal tezamen komen op een nieuwe soloplaat. Sommige
nummers werden al ten tijde van Carrie & Lowell geschreven, maar
hebben juist in het Amerika van 2020 nog extra lading gekregen. Hoewel
Stevens in het verleden vaak zijn liefde voor de Verenigde Staten
verklaarde, drukt hij op dit album vooral zijn ongenoegen uit over de
huidige politieke en sociale situatie die het land teistert. De
singer-songwriter gebruikt daarom veel grillige elementen binnen zijn
soms dromerige nummers, waarin een hoop pessimisme in doorsijpelt. Met
het opeenstapelen van verschillende lagen instrumentatie drukt hij een
vorm van chaos uit, waarmee hij onder meer verwijst naar de angst en
onzekerheid die in de wereld heerst. De voortkabbelende synths en
zweverige pianomelodieen bieden daarop weer een mooi tegenwicht. Met The
Ascension heeft Sufjan Stevens een nieuw indrukwekkend hoofdstuk in
zijn oeuvre afgeleverd.
Recensent mania
|
: Jasper van Quekelberghe |